We zijn niet onfeilbaar, wanneer we uitleggen hoe het in elkaar zit.
Dat bestaan van ons, dat we dag na dag bij elkaar leven.
Bijeengeveegde momenten.
‘Woe-woee!’ roep onze eenjarige enthousiast wanneer een zeemeeuw een sierlijke vlucht maakt hoog boven onze hoofden.
Zijn handjes volgen haar en grijpen naar iets waarnaar alleen zijn oog zou mogen reiken.
Hoogmoed, denk ik, met een glimlach op mijn moedergezicht. Het is iets waar onze kinderen zich nog aan mogen bezondigen.
‘Woe-woee!’klinkt het nu nog luider in mijn oor.
Dat kan alleen maar betekenen dat zijn oogjes nu nog meer meeuwen hebben gezien. Volume betekent meervoud.
Kinderen zitten verrassend logisch in elkaar.
Een groepje dagjesmensen kijken vertederd naar dat kleine kind dat zo mooi blaffen kan. Ze moedigen hem aan.
‘Waar is het hondje, lieve schat?’
Ze speuren het zandstrand af, hun ogen blijven dwalen over de grond.
Hij kijkt naar boven en ziet ze nu met tientallen boven ons cirkelen.
‘Woe-woee!’
Ik verbeter hem niet meer.
We zijn er aan gewend geraakt. Het lijkt voor de hand liggend, zelfs.
Ik toon hem nu zelf ook de woe-woee die een nest in onze tuin heeft gebouwd. Of de woe-woee die elke ochtend tegen ons raam tikt.
De oudjes vinden het hondje niet en geven het op, ze vervolgen hun pad.
‘Kijk omhoog,’ fluister ik hen na. En ik begrijp niet dat ik, niet zo lang geleden nog, even onwetend was.
Haha, de tijd waarin je nog niet wist wat staartjesworst was 🙂
Inderdaad. Omdat er staartjes inzitten! 😉 Paardenstaartjes!
Prachtig!