Het was zo vreemd, ineens.
Dat ik hen allen opwachtte.
Vader, zoon en de kleinste zoon.
Mijn drie mannen werden teruggevoerd naar mij.
De zorgende.
Na een kleine ingreep.
Niets bijzonders.
Alleen maar het slapen was diep en verder.
Maar routine.
Vader was goed.
Suf, net zoals zoon.
Maar de jongste die werd teruggebracht en.
Hij was een pot choco…
Het was zo vreemd om mijn liefde nog steeds zo.
Intens.
Te mogen meemaken.
Twee mensen en een pot choco.
En nog steeds hield ik evenveel van hem.
En ik wist. Het komt goed!
Met hen allemaal.
Ik maak hen weer beter.
En zo gebeurde het ook.
Allemaal, herstelden ze en werden weer mens.
Met armen en benen en een gelaat.
En de één kwam al van verder dan de ander.
Maar allen met hun liefde voor mij.
Zoals ik hen graag zag.
In welk gedaante ze mij ook werden.
Teruggebracht.
Ze werden weer, wie ze waren voordien.
En zoals ik ze wilde, hebben.
Een verhaaltje over liefde in al zijn vormen, waarbij uiterlijk geen enkele rol speelt, mooi 😉
🙂