Vol bewondering loopt hij naar de bron: daar waar het heldere water aan de grond ontspruit. Hij kan nooit genoeg krijgen van de aanblik van dat eeuwig stromende water dat altijd ter onzer beschikking staat als we dorst hebben, als mens of als dier.
Nauwgezet volgt hij elke beweging van de mannen en vrouwen die om beurten hun flessen en kannen vullen, om hun watervoorraad vervolgens naar hun auto’s te verslepen met tientallen liters tegelijk. De overvloed waarmee het water stroomt brengt hem in verrukking en toch drinkt hij slechts met kleine slokjes om niets te verspillen. Vervolgens geeft hij al even kleine slokjes aan zijn broer, die het even prachtig als doodnormaal vind om water recht uit te grond te kunnen plukken, net als de grassprieten waarvan hij er geen één onberoerd laat.
‘Waarom huilde je zo vanmorgen, toen ik je achterliet in de opvang?’
‘Ik huilde om jou mama. Ik wilde jou!’
‘Ach schat, je weet toch dat ik er altijd terug ben ‘s avonds. Heb je nog lang gehuild?’
‘Nee! Want toen kwam plots Louise.’
Hij neemt een pauze en ik zie zijn gezichtje nagenieten bij het denken aan het onverwachte aantreden van een vriendinnetje.
‘Was het dan beter?’ speel ik snel in op de twinkeling in zijn ogen.
‘Nee. Maar toen hebben we samen gehuild, en dat was keileuk!’
Hij is mijn bron. Elke dag opnieuw. Ik hoef er alleen van te drinken.
Mooi!!! Vooral het laatste stuk … Arne is jouw bron ja en je laat ons er allemaal van drinken 🙂
Ja, slikken maar!! 🙂
zo mooi zeg! Moet er zelfs een traantje door laten…
Het leven is gewoon simpel: herken en erken de kleine dingen die raken, die je het gevoel geven te leven in alle vrijheid en met de immense liefde van de mensen rondom je 😉
Ooooh… Jij hebt het helemaal door Carine. 🙂
Bedankt!
ontroerend mooi, Tamara!