Op de mooiste momenten van ons leven.
Willen we niet huilen.
Een tweede zoon wordt geboren en het ondenkbare blijkt mogelijk, met een evidentie waarvan men zich afvraagt waarom iemand er zich ooit de geringste vraag bij heeft gesteld. Een liefde reeds zo oneindig groot voor het eerste kind, bestaat plots ook voor het tweede. Liefde kan steeds groter. Er is altijd nog wat over. Men mag gulzig zijn en steeds weer komt die hoofdkelner persoonlijk langs om u rijkelijk te bedienen, met zoveel geluk u maar wil. Een discreet tikje op de schouder: wenst u nog wat geluk mevrouw? Ja graag, schep maar eens goed bij! Zo wordt dat tweede kind ons in de schoot gelegd, omvat door een garnituur met de mooiste kleuren in de rijkste schakeringen van alles wat maar kan omschreven worden als geluk. Zo kijkt men naar dat pasgeboren kind in het holst van de nacht, zonder dat reeds iemand zijn intrede in onze wereld kan vermoeden. Maar voor ons is hij reeds de reden van ons bestaan.
Het middelpunt van ons.
Dan pakt men zijn bezittingen in. Kleine kleren die meegekomen zijn en nu worden gedragen.
Armen wiegen en handen omvatten.
Een plaatsje op de achterbank wordt gevuld.
En we zijn op weg naar de grootouders om onze oudste op te halen, die op dat moment met zijn volle drie jaar een aardbeving heeft ervaren de laatste dagen die niet meetbaar is op de schaal van Richter. Zoveel is er ineens veranderd in zijn leven.
Onderweg kruipt het geluk ineens omhoog.
Het stroomt doorheen de aderen en suist in de oren.
Er wordt nog een schepje bovenop gedaan. Bedien u rijkelijk.
Er bestaat geen overdaad.
Wanneer we toekomen, zit hij al op het trapje voor het huis te wachten.
Blote beentjes zetten zich plots overeind en hij holt ons tegemoet, zo blij is hij dat we naar huis gaan met onze nieuwe leven.
In ons nieuwe bestaan.
Het huis is hetzelfde gebleven, maar alles erin is weer anders. De liefde vibreert op andere tonen.
Ik stap uit en neem hem in mijn armen.
En daar komen ze, de tranen. Ik wil ze niet toelaten.
Ik wil niet huilen.
Ik wil doen alsof het allemaal niets is. Zo eenvoudig.
We nemen onze beide kinderen mee naar huis.
Niets aan.
Alles in mij welt naar boven.
In de auto huil ik dikke tranen.
In de beslotenheid van mijn gezin.
Op het gelukkigste moment van mijn leven.
mooi…
denk dat iedereen met een kind zich hierin herkent!! Knap!!
weer zo’n mooi verhaal dat ontroert en een glimlach brengt. . Heel mooi geschreven, Tamara.
groetjes, Francina